Translation glossary: NL-NL (Flemish to Dutch)

Creator:
Filter
Reset
Showing entries 1-50 of 2,886
Next »
 
's anderendaagsde volgende dag, de volgende ochtend, de volgende morgen 
flamandzki > niderlandzki
't is goed meegevallenhet is prima bevallen 
flamandzki > niderlandzki
't is te zeggen, t.t.z.dat wil zeggen, d.w.z. 
flamandzki > angielski
(behoorlijk) verveeld zitten/zijn metin zijn maag zitten met, zitten met, geen raad weten met 
flamandzki > niderlandzki
(Dames en heren) Aandacht, aandacht!Attentie alstublieft, Dames en heren/Reizigers opgelet! 
flamandzki > niderlandzki
(dik) tegen zijn goesting(zeer, erg) tegen zijn zin) tegen zijn zin 
flamandzki > niderlandzki
(een hele) dikke proficiat (aan/voor iemand)van harte gefeliciteerd (met iets) 
flamandzki > niderlandzki
(het) aanklagen dat(het) aan de kaak stellen dat 
flamandzki > niderlandzki
(naar) de flikken bellende politie bellen 
flamandzki > niderlandzki
(nog) niet (eens) aan de hielen kunnen reiken vanniet kunnen tippen aan, het niet halen bij 
flamandzki > niderlandzki
(oud) peeke, peke, pejke, mv. oude (ouwe) peekes, pekes, pejkesoud ventje (mv) oude ventjes 
flamandzki > niderlandzki
24 uur op 24 bereikbaar, vierentwintig uur op vierentwintig bereikbaardag en nacht/ de klok rond/vierentwintig uur per dag bereikbaar 
flamandzki > niderlandzki
24 uur op 24 uur en 7 dagen op 7 bereikbaar24 uur per dag en 7 dagen per week bereikbaar, 24/7 bereikbaar 
flamandzki > niderlandzki
24 uur op 24, vierentwintig uur op vierentwintig24 uur per dag, vierentwintig uur per dag, dag en nacht, de klok rond 
flamandzki > niderlandzki
7 dagen op 7, zeven dagen op zevenzonder onderbreking, voortdurend, zeven dagen per week, de hele week, alle dagen 
flamandzki > niderlandzki
a rato vanà, tegen, ten bedrage van, voor een bedrag van, van (elk), voor, tegen, met een snelheid van, in een verhouding van, naargelang van, naar evenredigheid van, in verhouding tot, naar rato van en naar rata 
flamandzki > niderlandzki
aan één zeel trekken, aan hetzelfde zeel trekkenéén lijn trekken 
flamandzki > niderlandzki
aan boord (van auto of trein)in de auto, in de trein 
flamandzki > niderlandzki
aan de beterhand zijnaan de betere hand zijn, aan de beterende hand zijn 
flamandzki > niderlandzki
aan de deur zettende deur wijzen, buiten de deur zetten, eruit gooien/zetten, ontslaan, wegsturen, de laan uit sturen, op straat zetten, eruit knikkeren, ontslaan 
flamandzki > niderlandzki
aan de klapaan het woord 
flamandzki > niderlandzki
aan de klap geraken (met iemand)aan de praat raken, aan de praat komen 
flamandzki > niderlandzki
aan de klap houdenaan de praat houden, in leven houden, (sport) het de andere lastig maken 
flamandzki > niderlandzki
aan de klap zijn metaan de praat zijn met, in gesprek zijn met 
flamandzki > niderlandzki
aan de staat werkenbij de staat werken 
flamandzki > niderlandzki
aan een prijs van (bedrag) pertegen/voor een prijs van (bedrag) per, à raison van (bedrag) per 
flamandzki > niderlandzki
aan een snel tempoin een snel tempo 
flamandzki > niderlandzki
aan het feest zijniets te vieren hebben, reden tot juichen hebben, gewonnen hebben 
flamandzki > niderlandzki
aan het zeel trekkenéén lijn trekken, de kar trekken (?) 
flamandzki > niderlandzki
aan voordelige voorwaardenop voordelige voorwaarden 
flamandzki > niderlandzki
aan zijn bureelaan zijn bureau, aan zijn schrijftafel 
flamandzki > niderlandzki
aanbevolen briefaangetekende brief 
flamandzki > niderlandzki
aandacht!opgelet!, opgepast!, attentie! 
flamandzki > niderlandzki
aandampenbeslaan, bewasemen, met damp bedekken of bedekt worden 
flamandzki > niderlandzki
aandampingwasem, het beslaan (van ramen, e.d.) 
flamandzki > niderlandzki
aanduiden (mbt personen of gegevens)benoemen, selecteren, aanwijzen (voor een rol of functie), opgeven, vermelden, specificeren (mbt gegevens) 
flamandzki > niderlandzki
aaneenvijzenaan elkaar schroeven 
flamandzki > niderlandzki
aangebranddubieus, dubbelzinnig, schuin, pikant, gewaagd, fout 
flamandzki > niderlandzki
aangehoudengearresteerd, aangehouden 
flamandzki > niderlandzki
aangewezen (BE & EU)raadzaam, wenselijk, verstandig, heilzaam, aanbevelenswaardig, aan te raden, nuttig 
flamandzki > niderlandzki
aanhalenverklaren, vermelden, zeggen, beweren 
flamandzki > niderlandzki
aanhoudenarresteren, aanhouden 
flamandzki > niderlandzki
aanhouderminnaar 
flamandzki > niderlandzki
aanhoudingaanhouding, arrestatie 
flamandzki > niderlandzki
aanhoudingsmandaat (BE & EU)arrestatiebevel, (aanhoudingsbevel) 
flamandzki > niderlandzki
aanhoudsterminnares, maîtresse 
flamandzki > niderlandzki
aankleven (BE & EU)aanhangen, steunen, verdedigen 
flamandzki > niderlandzki
aankomstlijnfinish, finishlijn, eindstreep, meet 
flamandzki > niderlandzki
aanlegplan, plan van aanlegbestemmingsplan 
flamandzki > niderlandzki
aanleunen bijaansluiten bij, overeenkomst vertonen met 
flamandzki > niderlandzki
Next »
All of ProZ.com
  • All of ProZ.com
  • Szukaj terminu
  • Praca
  • Forum
  • Multiple search